Topstukkenlezing: de goudschat van Wieuwerd
door conservator Middeleeuwen Annemarieke Willemsen
door conservator Middeleeuwen Annemarieke Willemsen
Twee keer per maand houdt een conservator van het Rijksmuseum van Oudheden een livestream-lezing over een van de topstukken uit de collectie. Op deze zondagmiddag vertelt Annemarieke Willemsen, conservator collectie Middeleeuwen, over de goudschat van Wieuwerd uit de zevende eeuw na Chr.
De goudschat van Wieuwerd
“Wat de zeldzaamheid van deze goudvondst betreft, daaromtrent valt op te merken dat nog nimmer zo vele en verschillende gouden hangversierselen bij elkaar gevonden zijn.” Met deze woorden heeft Rijksmuseum van Oudheden-conservator L.J.F. Janssen in 1866 de Nederlandse staat overgehaald een vroegmiddeleeuwse schat aan te kopen, die in de terp ‘Bessens’ bij Wieuwerd was gevonden. Het is nog steeds de grootste Friese goudschat ooit gevonden. In een pot van aardewerk zaten 35 hangers, drie ringen en een stuk van een zeer grote gouden fibula. Dit type mantelspeld werd gedragen door hooggeplaatste dames.
Munten en sieraden
De grootste hangers bevatten munten uit het Byzantijnse Rijk. In andere hangers zitten bracteaten, plaatjes met vlechtpatronen en gezichten. De kleinste hangers zijn gemaakt van Frankische munten, waaronder een gouden munt uit Utrecht of Maastricht. Alle munten zijn destijds uit de roulatie gehaald en omgewerkt tot sieraden. Op het lichaam gedragen kregen ze dus een andere waarde. De goudschat is rond 640 na Chr. in de terp begraven. Het was mogelijk de voorraad van een edelsmid, die het goud wilde omsmelten.
De goudschat van Wieuwerd
“Wat de zeldzaamheid van deze goudvondst betreft, daaromtrent valt op te merken dat nog nimmer zo vele en verschillende gouden hangversierselen bij elkaar gevonden zijn.” Met deze woorden heeft Rijksmuseum van Oudheden-conservator L.J.F. Janssen in 1866 de Nederlandse staat overgehaald een vroegmiddeleeuwse schat aan te kopen, die in de terp ‘Bessens’ bij Wieuwerd was gevonden. Het is nog steeds de grootste Friese goudschat ooit gevonden. In een pot van aardewerk zaten 35 hangers, drie ringen en een stuk van een zeer grote gouden fibula. Dit type mantelspeld werd gedragen door hooggeplaatste dames.
Munten en sieraden
De grootste hangers bevatten munten uit het Byzantijnse Rijk. In andere hangers zitten bracteaten, plaatjes met vlechtpatronen en gezichten. De kleinste hangers zijn gemaakt van Frankische munten, waaronder een gouden munt uit Utrecht of Maastricht. Alle munten zijn destijds uit de roulatie gehaald en omgewerkt tot sieraden. Op het lichaam gedragen kregen ze dus een andere waarde. De goudschat is rond 640 na Chr. in de terp begraven. Het was mogelijk de voorraad van een edelsmid, die het goud wilde omsmelten.